Spring naar inhoud

Ecologie en kerk: opmerkzaam, langzaam, maar duurzaam

Geloof als groene factor

- door Hans Meek en Kees Tinga -
- eerder gepubliceerd in de Linker Wang -

Het milieuprobleem doet soms wat ‘versleten’ aan, maar de belangstelling is nog geen vijftig jaar oud. Historici wijzen meestal naar het jaar 1962 toen van de Amerikaanse zoöloge Rachel Carson het boek Silent Spring verscheen waarin zij de risico’s van het grootschalig gebruik van insecticiden beschreef. De naoorlogse welvaartsgroei eiste haar tol en de eerste onheilsprofeten kregen invloedrijk gezelschap met de Club van Rome. De oliecrisis zorgde voor een voelbare context. Zo maakte het milieuvraagstuk zijn entree.

Ook kerken zijn een rol gaan spelen in ecologische bewustwording.
Hoe heeft dat in Nederland vorm gekregen? En wat zien we er vandaag van terug?

Waarom een klassiek instituut als de kerk opmerkzaam was op het milieuprobleem en er vrijwel direct op inhaakte, is een boeiende vraag.
Wat meespeelt is dat kerken – en hun leden - in de jaren zeventig betrokken waren in een proces van maatschappelijke, oecumenische en mondiale bewustwording. De Wereldraad van Kerken vormde het forum waarin de internationale aspecten van de vervuiling en bedreiging van natuur en milieu – en de gevolgen ervan voor de pas zelfstandig geworden ‘ontwikkelingslanden’ - al snel ter sprake kwamen. Dat gebeurde onder meer op grote conferenties waaraan ook bekende wetenschappers deelnamen.

Conciliair Proces

In eigen land vonden maatschappelijk geëngageerde kerkelijke functionarissen en wetenschappelijk deskundige kerkleden elkaar in oecumenische campagnes en acties. Die voor een Nieuwe Levensstijl - met een belangrijke rol voor de nog jonge wetenschapper Hans Opschoor - trok veel belangstelling en maakte deel uit van de vorming van veel betrokken kerkleden. De bewustwording in kerkelijke kring ging in ons land vrijwel gelijk op met die in de samenleving als geheel: het was immers ook de periode waarin organisaties als Milieudefensie, Greenpeace en Natuur en Milieu hun eerste groei beleefden.

In de jaren tachtig verschoof het accent naar internationale en vredesvraagstukken (denk aan de grote vredesdemonstraties), maar het Conciliair Proces voor Gerechtigheid, Vrede en heelheid van de Schepping bracht de focus op natuur en milieu terug.

Vooral aan het begin van de jaren negentig ontstonden – zowel in protestantse als in rooms-katholieke kring -  veel lokale kerkelijke initiatieven op milieugebied.
De oecumenische werkgroep (later projectgroep)  Kerk en Milieu wist, opmerkelijk genoeg vooral met steun van het Ministerie van VROM, een coördinerende rol te spelen door het uitgeven van een kwartaalblad en andere publicaties en het organiseren van allerlei thematische bijeenkomsten.
In haar activiteiten richtte de groep zich voortdurend op bewustwording, liturgische en theologische toerusting. Maar ook een meer praktische invalshoek (zoals tips voor energiebesparing in kerkgebouwen) werd niet geschuwd. Mark van Kuilenburg was lange tijd de energieke motor en spin in het web van vele initiatieven.

 

Secularisering

De onverwachte en weinig doordachte stopzetting van het Conciliair Proces viel min of meer samen met de groeiende invloed van secularisering en het meer in zich zelf keren van de grote kerken. Ook de oecumenische beweging verloor snel aan kracht en invloed.
In de jaren na 2000 werd de overheidssubsidie aan de  projectgroep Kerk en Milieu in enkele jaren afgebouwd; de werkzaamheden konden op bescheiden schaal worden voortgezet dankzij steun van onder meer het diaconale werk van Kerk in Actie.
Klimaatverandering werd dankzij de activiteiten van Al Gore het nieuwe sleutelwoord en dat leidde tot een nieuwe hausse aan lokale activiteit, met steeds sterkere praktische kanten: zo ontstond er in het kielzog van de Fair Climate klimaatactiviteiten van ICCO en Kerk in Actie een werkgroep Kerk en Energie die energieverbruik in kerkgebouwen ging meten en verbeteren (zie verderop in dit artikel).

 

Verbreding

Een andere opvallende ontwikkeling uit de afgelopen jaren is die van groeiende betrokkenheid in kleinere protestantse en evangelicale kerken, met het ‘Christelijk Ecologisch Netwerk’ (CEN) als ontmoetingsplaats. In het besef van die ontwikkeling startte Kerk en Milieu in 2005 een Interkerkelijk Milieu Netwerk, dat ruimte bood voor uitwisseling en coördinatie  tussen de verschillende grotere en kleinere spelers op kerk en milieu gebied.
In de aanloop naar de grote VN Conferentie over klimaatverandering in Kopenhagen (eind 2009) leidde een initiatief van Kerk en Milieu en het Interkerkelijk Milieu Netwerk tot het schrijven en publiceren van een oecumenische verklaring over het klimaatprobleem met als titel ‘Kwetsbaarheid, verantwoordelijkheid en moed’ en met Kerk en Milieu voorzitter Hans Schravesande als auctor intellectualis. De Raad van Kerken gaf de verklaring uit en vroeg de lidkerken om reacties; dat die vrijwel helemaal uitbleven zegt veel over de veranderingen die zich ondertussen op het erf van de institutionele oecumene hadden voltrokken.
Los van dat teleurstellende feit kon en wilde de Raad het werk van Kerk en Milieu niet in de bestaande vorm blijven voortzetten en zo kwam er in 2011 een eind aan het bestaan van de projectgroep. De nieuwe milieugroep die de Raad inmiddels heeft opgericht kreeg een beperkt  mandaat, met een nadruk op de spirituele kanten van het milieuvraagstuk, en komt totnogtoe niet verder dan wat vingeroefeningen op papier.

Terug kijkend lijkt er in de afgelopen veertig jaar, die je de ‘oecumenische fase’ zou kunnen noemen, sprake te zijn geweest van drie golven van kerkelijke betrokkenheid bij milieu: die van de jaren zeventig met de Actie Nieuwe Levensstijl, die van de jaren negentig met het Conciliair Proces, en die van halverwege het afgelopen decennium, met boek en film van Al Gore en ‘Kopenhagen’ als magneten.

Nieuwe fase

Betekent  het einde van de oecumenische projectgroep ook een einde voor het proces van kerkelijke betrokkenheid bij milieu en duurzaamheid? Gelukkig is dat niet het geval.

Er zijn de afgelopen jaren in de bonte wereld van kerken en kerkelijke organisaties allerlei nieuwe initiatieven ontstaan die samen de indruk maken van een onoverzichtelijke warboel, maar evengoed als teken van veelkeurige vitaliteit kunnen worden gezien. ‘Terug naar de basis’ lijkt nu het pandoer, waarbij een organisatie als Kerk in Actie de initiatieven vanuit deze basis zo veel mogelijk ondersteunt en stimuleert.

Bij de nieuwe ontwikkelingen speelt internet uiteraard een belangrijke rol. Deze website van Kerk en Milieu werd uitgebreid en groeide uit tot de centrale interkerkelijke informatiesite. Er is een voortdurend bijgewerkt agendaoverzicht te vinden van kerkelijke milieu- en duurzaamheidactiviteiten, er wordt informatie gegeven over nieuwe ontwikkelingen op dit gebied en er zijn links naar websites van andere kerkelijke milieuorganisaties. Zo’n zes keer per jaar verschijnt op de site een nieuwe column en recentelijk hebben de websites van Tini Brugge op het gebied van duurzame kerktuinen, duurzaam voedsel en ‘groene spiritualiteit in praktijk’ er een plek gevonden. Overleg is gaande over verdere samenwerking en zo mogelijk integratie van de websites www.groenekerken.nl en www.noachalliantie.nl.

 

Noach Alliantie

De Noach Alliantie kan als erfgenaam beschouwd worden van het eerder genoemde Interkerkelijk Milieu Netwerk. Als stichting kwam zij los te staan van de Raad van Kerken en kan zij onafhankelijk subsidies werven in Nederland en Europa. Secretaris is momenteel Martine Vonk. Een belangrijke activiteit van de Noach Alliantie was dit jaar de organisatie van de internationale ECEN conferentie (zie kader).

Europees christelijk milieunetwerk

Het European Christian Environmental Network (ECEN) en bestaat uit christenen vanuit een breed kerkelijk spectrum die bezorgd zijn over de achteruitgang van natuur en milieu. Een centraal thema van het ECEN is het stimuleren en invullen van een week voor de schepping in september in alle kerken in Europa. In veel landen is dit reeds ingevoerd, maar in Nederland (nog) niet.

Het ECEN hield zijn tweejaarlijkse conferentie dit jaar in Nederland met als thema: Eco-justice, Growth and Hope. Van 29 augustus tot 2 september kwamen zo’n honderd mensen in Elspeet bijeen om elkaar te ontmoeten, te inspireren, te bemoedigen en te luisteren naar voordrachten. Econoom Hans Opschoor, in zijn jonge jaren de motor achter de beweging voor ‘nieuwe levensstijl’, hield zijn gehoor voor dat mentaliteitsverandering alleen niet voldoende is. Hij pleitte voor een economie van het genoeg, ook wel zorgeconomie genoemd. Martine Vonk schilderde vervolgens in kleurrijke bewoordingen en beelden het duurzame leven van besloten christelijke groepen, waaronder de Amish en Benedictijnse en Franciscaanse geloofsgemeenschappen.

Voorzitter Bookless van ‘A Rocha’ vergeleek het antropocentrische, eco-centrische en theo-centrische wereldbeeld. Hierbij staat respectievelijk de mens centraal als ‘heerser’ over de wereld, zijn alle schepselen gelijk en onderling verbonden via kringlopen, of staat God centraal staat met een dienende en ondersteunende rol voor de mens. Hij pleitte voor het laatste, waarna Rabbi Abraham Soetendorp als ambassadeur voor de ‘Millennium Doelen’ een inspirerend pleidooi hield voor een betere wereld op basis van medemenselijkheid en solidariteit tussen alle geloofsgemeenschappen op aarde.

Tijdens diverse paneldiscussies en workshops kwam de behoefte aan een nieuw ‘Groot Verhaal’ op het gebied van duurzaamheid naar voren. Het algemene gevoel was dat christenen een belangrijke rol kunnen spelen bij het ontwikkelen en vertellen van een inspirerend verhaal over een duurzame toekomst waarin het goed toeven is. Men riep elkaar op om de huidige financieel-economische crisis als een kans te zien om hier aan te werken en de hoop niet te verliezen. De praktische kant van duurzaamheid kwam aan de orde tijdens excursies naar de Eemlandhoeve, naar een windturbine van coöperatieve vereniging ‘De Windvogel’ en naar zonnepanelen op de kerk van Dieren. Voor meer informatie: zie www.ECEN.org.

Binnen Kerk in Actie (het diaconale werk van de Protestantse Kerk in Nederland en enkele kleinere protestantse kerkgenootschappen) vonden in de afgelopen jaren belangrijke ontwikkelingen plaats op het gebied van verduurzaming van kerkelijk energiegebruik en kerkelijk beheer. Vanuit de werkgroep ‘Kerk en Energie’ waren onder leiding van David Ketel al geruime tijd vrijwilligers actief om plaatselijke kerken te helpen bij het verminderen en verduurzamen van hun energieverbruik. Kerken konden daartoe voor een klein bedrag een energiescan aanvragen die door deze vrijwilligers werd uitgevoerd, waarna een advies volgende dat gemiddeld tot 20-50 procent vermindering van de stookkosten leidde. Vanuit deze activiteiten is inmiddels het project ‘Jongeren Geloven In Duurzaamheid’ gestart. Daarin worden gemotiveerde jongeren begeleid om samen met het kerkbestuur de energiehuishouding van hun kerk te analyseren en initiatieven te nemen voor het verminderen en verduurzamen ervan. Inmiddels zijn er activiteiten gestart in zeven lokale gemeenten, met de bedoeling om dat aantal de komende jaren flink te laten groeien.

 

Kerk en Energie

Vanuit de Kerk in Actie-werkgroep Kerk en Energie is in 2010 ook met succes een VROM subsidie aangevraagd voor het project ‘Kerken geven Energie’. In dit project werden plaatselijke kerken gestimuleerd om te onderzoeken of het plaatsen van één of enkele windturbines op hun kerkelijke grond mogelijk zou kunnen zijn. Daarbij werd een quick-scan door coöperatieve vereniging ‘De Windvogel’ aangeboden en - bij een positieve uitkomst van de quick scan - ondersteuning vanuit Kerk in Actie om een stappenplan te maken voor het realiseren van het plaatsen van deze windturbines. Vanwege de VROM subsidie kon een projectcoördinator aangesteld worden die ook projectleider duurzaamheid bij Kerk in Actie is.

Voor het kerkelijke windturbineproject is een brochure gemaakt waarmee alle kerken zijn bestookt en geïnformeerd, met als gevolg dat in ongeveer tien plaatselijke gemeentes een quick scan is uitgevoerd en overleg is gevoerd met kerkrentmeesters, diaconieën en/of kerkenraden, alsook met gemeenten en provincies. De grootste belemmeringen lagen meestal bij deze overheden omdat bestemmingsplannen of provinciale beleidsplannen in veel regio’s het plaatsen van windturbines onmogelijk maken. Toch zijn er enkele initiatieven in uitvoering die mogelijk leiden tot windturbines op kerkelijke grond, in de Betuwe, Noord Holland en misschien ook in Friesland. 

Duurzaam zaaiplan

In het huidige bonte scala van lokale en landelijke activiteiten blijft de rol van kerkelijke  bureaus onmisbaar, evenals het geld en de menskracht van organisaties als Kerk in Actie, Kerk en Wereld, ICCO, Cordaid en Tear. Kerkelijke molens mogen vaak langzaam malen, ze staan er nog en ze houden vol – ook op milieugebied. Ondertussen is er wel een onmiskenbare trend zichtbaar en voelbaar: van groot naar klein, van campagne naar project, van initiëren naar faciliteren, van de top naar de basis. Het nieuwe initiatief om kerken te stimuleren het predikaat ‘groene kerk’ te verwerven is daar een mooi nieuw voorbeeld van (www.groenekerken.nl).

In Kerk en Milieu-land bloeien nu veel verschillende bloemen, soms bijna afzonderlijk, soms in een perkje, een enkele keer in een duurzaam zaaiplan. Pionier vegetatie schiet opnieuw wortel naast volwassen en soms verouderde bomen en struiken zoals het betaamt in een dynamisch kerkelijk ecosysteem. Wat ons betreft is het daarbij hoog tijd om kerkelijke grenzen te overschrijden en waar mogelijk – landelijk en lokaal - samenwerking aan te gaan met algemene milieuorganisaties als Natuur en Milieu, Milieudefensie en Greenpeace en met initiatieven als Transition towns. Er is nog veel winst te behalen door samen met hen op weg te gaan naar het gemeenschappelijk binnen- en buitenkerkelijk doel van een duurzame wereld waarop en waarin het goed toeven is.

 

Relevante informatieve websites:
• www.kerkenmilieu.nl [hier bevindt u zich]
• www.groenekerken.nl
• www.noachalliantie.nl
• www.duurzamekerk.nl
• www.kerkinaktie.nl/duurzaamleven
• www.fairclimatefund.nl

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Hans Meek is bioloog en voormalig bestuurslid van de Linker Wang en was tevens lid van Kerk en Milieu en Kerk en Energie.
Kees Tinga is theoloog en voormalig secretaris van Kerk en Milieu en Kerk en Energie.