Column van Hans Schravesande – februari 2013
In de bijlage ‘Letter en Geest’ van Trouw van 12 januari schreven twee redacteuren het stuk ‘Heilige plicht. Kleine catechismus van het groene geloof’. Zij zien duurzaamheid als een nieuwe religie, als spiritualiteit. Duurzaamheid heeft ‘een wezenlijk godsdienstig karakter’. Het is een ‘toonaangevende seculiere religie’ met potentieel totalitaire trekken. Duurzaam Nederland heeft een blinde vlek voor de ware aard van dit verhaal met zijn veel te grote woorden. Maar beleidsmakers en politici zullen hun schouders ophalen over zo veel spiritueel geweld. Tot zo ver de twee theologen die verantwoordelijk zijn voor deze catechismus. Woorden als religie, al dan niet seculier, godsdienst en spiritualiteit buitelen hier over elkaar heen. Het gevaarlijke van deze mix duiden ze aan met woorden als totalitair en zinloos spiritueel gepraat. Over veel wetenschappelijke theologische bagage, die zorgvuldige omgaat met als deze grote woorden lijken ze niet te beschikken, wel over vermanende waarschuwingen vanaf hun journalistieke kansel.
Op zich een aardig waagstuk om een catechismus te schrijven over een geloof waar tegen je je verzet. Zo iets als een heiden een christelijke catechismus te laten schrijven voor het christendom. Ik kijk overigens graag in zo’n spiegel. Het is zeker geen lachspiegel, maar iets meer ironie had wel gemogen. Laat ik maar proberen wat te leren van deze spiegel.
Het valt dan wel op dat groene theologie, groene kerk, scheppingstheologie of eco-theologie geen plaats hebben in deze catechismus. Je kunt dit positief en negatief zien.
Positief: als betrokkenen bij kerk en milieu vallen we dan niet onder hun oordeel.
Negatief: we zijn uit het zicht verdwenen.
Maar we zouden ook als kerk wel wat meer voor ons groene geloof kunnen uitkomen. Voor de journalisten is het ‘Handvest van de aarde’ zo iets als een ultiem blijk van groen geloof. Waarschijnlijk weten zij niet dat de Raad van Kerken daaraan adhesie heeft betuigd.
Zelf zie ik als wat zij schetsen als een groen geloof liever wat nuchterder als een levensbeschouwing of ideologie. Daaraan zijn altijd vragen naar consistentie en rationaliteit te stellen. Maar de vraag naar de legitimering gaat die naar de rationaliteit te boven. In die zin kan bij groen geloof ook over transcendentie gesproken worden. Maar dat transcendente kunnen we beter niet direct het etiket God opplakken.
Toch is het aardig het groene geloof zoals de auteurs van de catechismus het zien te vergelijken met het christelijk geloof en de kerk. Er zijn veel parallellen. Zo al direct als het gaat om woorden. Zoals sommigen in de kerk het woord God versleten en nietszeggend zijn gaan vinden, is dat in het groene geloof met het woord duurzaam. Binnen het christelijke en het groene geloof heb je richtingen: orthodoxen, vrijzinnigen en sektariërs. In beide vind je de vooruitgangsgelovigen en ondergangsapocalyptici, zij die uitgaan van een optimistisch of een pessimistisch mensbeeld. Beide geloven kunnen zich verbinden met bevrijdingsbewegingen en kennen een inculturatie van het geloof. Beide kennen ook de spanning tussen geloof en wetenschap. Of ook de positie van de twijfelaars: ook al ben je er niet zeker van, om pragmatische redenen kun je maar beter meedoen, alsof het vast en zeker is. Daarnaast zijn er de vragen over het nut van institutionalisering van het geloof en de over functie van rituelen.
We zouden bij al deze formele gelijkenissen concrete groepen en stromingen kunnen invullen. Die invuloefening mag u zelf doen. Dat kan ook een aardig gezelschapsspel zijn.
Het groene geloof is net zo verdeeld als het christelijke geloof. Groene oecumene is dan ook een opgave waarbij geleerd kan worden van de kerkelijke oecumene: eenheid in verscheidenheid. Aan die oecumene zou ook het christelijk geloof moeten deelnemen. In Psalm 24 is sprake van ‘de wereld en wie haar bewonen’. In de oude Griekse vertaling wordt daar het woord oecumene gebruikt. Tot die oecumene behoort volgens de Psalm al het leven op aarde. In die oecumene kunnen christelijk geloof en groen geloof samen deelnemen. Het christelijk geloof heeft het dan wel niet over het eren van de aarde - waar de Trouw journalisten zo bezorgd over zijn - maar wel over het respecteren van de aarde. In een groene oecumene zouden eren en respecteren in een nieuwe eenheid kunnen samenkomen.
Hans Schravesande