Spring naar inhoud

Groene catechismus: een uit de hand gelopen grap?

 Door Gerard van Eck - maart 2013

GerardvEckIs duurzaamheid een nieuwe religie? Volgens Trouw-redacteuren Wilfred van de Poll en Lodewijk Dros heeft het er alle schijn van. In januari publiceerden zij in de zaterdagsbijlage Letter & Geest onder de titel Heilige plicht een kleine catechismus van het groene geloof. De catechismus die uit 13 vragen en antwoorden bestaat, is een compilatie van teksten van personen uit Trouws Duurzame Honderd.

De catechismus en het begeleidend commentaar van de twee redacteuren heeft heftige reacties opgeroepen. Alle reden voor Trouw om in samenwerking met cultuur- en congrescentrum Antropia voor- en tegenstanders van het ‘groene geloof’ bijeen te brengen. Op 6 maart gingen in Driebergen, voor een kleine honderd, vooral oudere bezoekers, Klaas van Egmond, Sylvain Ephimenco, Willem Schoonen en Lodewijk Dros met elkaar in debat.

Humor
Om te beginnen maakte Lodewijk Dros duidelijk dat het opstellen van een groene catechismus niet is voortgekomen uit irritatie. Humor is de drijfveer van hem en zijn mederedacteur Wilfred van de Poll geweest. Ze vermaken zich al langere tijd over de wijze waarop de voortrekkers van duurzaam Nederland gebruikmaken van taal, de apocalyptische beelden die ze daarbij oproepen en hoe ze hun tegenstanders bejegenen. De twee redacteuren – beiden hebben theologie gestudeerd – zeiden tegen elkaar: “Het lijken wel dominees.”
groenegeloofVan het één kwam het ander: ze stelden vluchtig een catechismus samen en vonden vervolgens zonder al te veel moeite teksten die illustreerden dat de duurzame visionairs religieus aandoende taal en beelden hanteren. Volgens Dros is er niets erg aan  het gebruik van religieuze taal en beelden.
Zorgelijk is enkel dat deze duurzame visionairs zich er niet van bewust lijken te zijn dat ze dit doen. Daardoor ontstaat het risico dat ze niet afsluiten voor kritiek en zich onverdraagzaam opstellen tegenover hun critici. Want ook al is de groene catechismus vriendelijk van toon, het is ‘een denken met potentieel totalitaire trekken’.

Doof voor kritiek
Op de vraag of deze trekken al zijn waar te nemen verwijst Dros naar uitspraken van Marjan Minnesma en Wouter van Dieren. Daaruit zou blijken dat ze hun gehoor oproepen niet langer te luisteren naar wat hun tegenstanders aan opvattingen naar voren brengen.
Hoogleraar geowetenschappen Klaas van Egmond – nummer vier van de Duurzame Honderd – wist niet in welke context Minnesma en Van Dieren hun uitspraken hebben gedaan. Hij kan zich echter wel voorstellen, dat er op een bepaald ogenblik niet langer naar critici wordt geluisterd. Er zijn volgens hem namelijk twee soorten critici. Zo zijn er wetenschappers die twijfels hebben bij de veronderstelling, dat er sprake is van een opwarming van het klimaat. Met hun kritische vragen en opmerkingen dragen zij bij aan het wetenschappelijk debat. Maar daarnaast zijn er vele honderden Amerikaanse lobbyisten die er doelbewust op uit zijn verwarring te veroorzaken.
Van Egmond kan zich voorstellen dat je je oren voor deze laatste groep critici sluit. Zij zijn er immers helemaal niet op uit om de waarheid boven tafel te krijgen. Ze dienen enkel de belangen van de ondernemingen die hun onduurzame praktijken willen voortzetten.

Omgekeerde wereld
Van Egmond verwijt de Trouw-redacteuren dat ze hun lezers een omgekeerde wereld voorhouden. Juist de duurzaamheidsbeweging stelt zich volgens hem al meer dan 40 jaar open voor kritiek. Hij verdedigde deze stelling echter zonder dat hij deze met voorbeelden onderbouwde. Hij noemde vooral voorbeelden van het omgekeerde: juist de gevestigde positivistische wetenschap schermt zich af voor kritiek. Zij gelooft in het bestaan van één universele waarheid.
Vooral de economische wetenschap vertoont in belangrijke mate de kenmerken van een religie. En de politiek toont zich in veel gevallen een trouwe aanhanger van deze religie: zonder noemenswaardig debat over wat werkelijk voor mens en maatschappij van waarde is, wordt nagevolgd wat economen als remedie voorschrijven.

Van Egmond zou graag zien dat wetenschappers niet alleen gericht zijn op het waarnemen van feiten, maar ook oog hebben voor het ideële, voor waarden. Hiervoor kreeg hij de handen op elkaar van het ruim aanwezige publiek, al was er een enkeling die zich liever verlaat op door de wetenschap vastgestelde feiten: die vertellen immers wat er met de natuur aan de hand is.

Ongepast
Trouw-columnist Sylvain Ephimenco begreep de zorg van zijn collega’s. Bij religie gaat het in de kern altijd om emotie. Daar is niets mis mee, maar wel als dit tot een structuur wordt die niet langer openstaat voor kritiek. Hij noemde als voorbeeld de vele ingezonden brieven die bij de redactie binnenkomen, zodra iemand in de krant laat optekenen dat hij de mogelijkheden van het gebruik van schaliegas wil onderzoeken. Of als iemand aangeeft dat hij vlees gewoon lekker vindt.

Willem Schoonen – hoofdredacteur van Trouw – heeft er niet zoveel moeite mee, dat het groene denken trekken van een religie heeft. Hij vindt het zelfs onmisbaar: met wetenschap alleen komen we er niet. Toch heeft hij doelbewust ruimte willen bieden aan de door zijn redacteuren met hun groene catechismus opgeroepen discussie.

Klaas van Egmond was echter allerminst gelukkig met hun bijdrage. Eerst hijst Trouw mensen die zich op allerlei fronten inzetten voor duurzaamheid op het schild. Dan past het niet om diezelfde mensen, die ze eerst in het zonnetje heeft gezet, enkele maanden later in een kwaad daglicht te plaatsen.

 


• Gerard van Eck is medewerker van bureau DISK en supervisor; hij ontwikkelde kort geleden het spel Duurzaamheid en Talenten (zie: www.duurzaamheidentalenten.nl)

• → lees ook Trouw: dossier 'het groene geloof'