Daar was’ie dan. Na een maandenlange reclamecampagne werd de Groene Bijbel op 23 november feestelijk gepresenteerd. Met gepaste trots, op tijd voor de feestdagen en in aanwezigheid van kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders. Maar het liep niet helemaal zoals gewenst.
Twee dagen later sloeg de stemming om: drukkerij Jongbloed had zich niet aan de belofte gehouden om voor deze uitgave papier te gebruiken uit de recycling van oude Bijbels. De verkoop van gedrukte exemplaren moest onmiddellijk worden stopgezet (de e-book versie is nog wel verkrijgbaar) en het was even oorlog tussen uitgever en drukker. In de nasleep van het drama werd ook nog eens duidelijk dat de belofte van het gebruik van gerecycled papier bij voorbaat discutabel was geweest: het extra dunne papier voor bijbeluitgaven is op die manier nog niet eerder gemaakt.
Na zo’n valse start maakt de inhoud van de Groene Bijbel extra nieuwsgierig. De commoties rond het Engelstalige voorbeeld uit 2008 liggen nog vers in het geheugen. Met name in de Verenigde Staten raakten de gemoederen verhit: sommige conservatieve christenen daar beschouwen milieubederf en klimaatverandering als welkome verhaasting van de Apocalyps en moeten daarom niets hebben van christenen met een groene missie. Maar ook onder bijbelwetenschappers leidde de uitgave tot discussies. Over de selectie van de groen gemaakte tekstgedeelten en over de vraag of je voor vragen rond zo’n modern vraagstuk als van milieu en klimaat bij de Bijbel aan het goede adres bent – en zo ja, op welke manier je dan moet zoeken en lezen.
Bijbel lezen met een groene bril
Heeft de Nederlandse versie de resultaten van die eerdere discussies verwerkt? Helpt de Groene Bijbel ons bij het Bijbel lezen door een groene bril? De uitgevers vinden van wel. ‘De Bijbel bevat veel aanknopingspunten voor ‘groen leven”, zegt het voorwoord.
Een medewerkster van het Nederlands Bijbel Genootschap maakte een zorgvuldige selectie van teksten (uit de Nieuwe Bijbelvertaling van 2004) en kwam tot 1654 ‘groene’ gedeeltes. Daarbij werden vijf criteria gebruikt, die op pagina 1915 kort worden toegelicht. Op de daarop volgende vijf bladzijden staan alle tekstgedeelten genoemd, redelijk gelijkmatig verdeeld over Oude en Nieuwe Testament. De teksten zijn ook nog eens thematisch gegroepeerd. Dat is handig voor als je op zoek bent naar planten of dieren. Maar het maakt ook nog eens duidelijk dat je in de Bijbel veel natuur kunt vinden maar voor bezinning op moderne milieuproblematiek op heel andere teksten kunt zijn aangewezen.
Het zou de moeite waard zijn om de komende jaren te blijven volgen of predikanten voor hun zondagse werk daadwerkelijk gebruik gaan maken van dit tekstenregister en of ze daarbij durven afwijken van de in de kerken gangbare leesroosters. Wordt de Bijbel zo echt een bron van inspiratie voor duurzaamheid? We mogen het hopen.
Verdiepende artikelen
Tussen de Bijbelboeken door zijn ‘verdiepende’ artikelen afgedrukt. Het zijn er vijftien, van auteurs uit binnen- en buitenland. Zijn die nuttig voor ‘groen Bijbel lezen’? Dat blijkt maar ten dele het geval te zijn.
Slechts een enkele auteur sluit nadrukkelijk bij Bijbelse teksten aan. Waar dat gebeurt, is het resultaat van de overwegingen bovendien van heel verschillende aard. Rabbijn Ellen Bernstein slaagt er goed in een joods perspectief te schetsen op de oudtestamentische Scheppingstheologie. Maar Johan (in de inhoudsopgave ten onrechte als ‘Jaap’ aangeduid) Graafland laat zijn artikel over dieren in de Bijbel uitlopen op een onvervalst staaltje van christelijk chauvinisme: voor diervriendelijkheid moet je volgens hem niet bij de seculiere wetenschap maar in de Bijbel zijn. En de Engelse nieuwtestamenticus Wright gebruikt zijn niet geringe kennis meer voor een preek, dan voor verhelderende informatie.
De overige bijdragen gaan allerlei kanten op, zijn soms informatief (Boersema en Van der Ziel), soms eerder meditatief (Anselm Grün en de onvermijdelijke ‘Groene Patriarch’ Bartholomeus) maar ze zijn zelden van direct nut bij het Bijbel lezen. Zo is dit onderdeel vooral een verzameling van alles wat en voor elk wat wils.
Groene aanvulling
Naast deze voor verdieping bedoelde aanvullingen bevat de Groene Bijbel verspreid door de tekst een aantal tot ‘verwondering’ oproepende citaten en tweeëntwintig ‘portretten’ van milieubewuste gelovigen. In de inhoudsopgave voorin zijn ze niet van een paginanummer voorzien; je kunt ze vinden door al bladerend naar de op steviger papier afgedrukte mooie natuurfoto’s (van Peter Beemsterboer) te zoeken. In de portretten treden politici, theologen, boeren en buitenlui op, meer of minder bekend en min of meer gewoon. Ze vormen een aardige afspiegeling van wat je in milieuland aan individuele initiatieven kunt tegenkomen. Naast een impressie van hun activiteit staat steeds een portretfoto van de hand van Jorik Algra. Wat bij de gekozen personen opvalt, is dat de wereld van grote natuur- en milieuorganisaties ontbreekt. Dat is ook het geval bij de vermelding achterin van ‘Groene Organisaties’ en zoiets maakt de Groene Bijbel toch enigszins tot een reservaat voor gelovigen. Die exclusiviteit doet de goede zaak van natuur- en milieubescherming en de inzet van talloze christenen in seculiere vormen van milieuactie tekort.
Tenslotte bevat de uitgave voorin aanbevelingen van PKN preses Karin van den Broeke en bisschop Gerard De Korte en zijn achterin nog een verantwoording van de gebruikte vertaling, een woordenlijst en enkele kaarten te vinden en een kort hoofdstuk met ideeën voor gesprek, verwerking en verkenning, individueel of in groepsverband.
Een duurzame formule?
De Groene Bijbel is (of moeten we zeggen: ‘was’) ontegenzeggelijk mooi uitgegeven. Het fraaie design van de kaft trok zelfs de aandacht en waardering van De Volkskrant. Maar de inhoud roept de nodige vragen op – bij voorbaat en achteraf. Uiteindelijk worden we met deze uitgave ook voor een gewetensvraag gesteld. Weerman Reinier van den Berg zegt in het aan hem gewijde portret naast pg. 192 dat er op aarde elk jaar zo’n tien miljard bomen verloren gaan. Vast niet alleen aan papier, maar toch: is het wel ecologisch verantwoord om een geringe hoeveelheid netto informatie (op zo’n 150 pagina’s) te verpakken in een dikke uitgave van ruim 1950 gedrukte bladzijden waarvan de inhoud al in veelvoud in de boekenkast aanwezig is? Voor uitgever NBG en drukker Jongbloed leek het op de markt brengen van deze Groene Bijbel kennelijk een interessante combinatie van actuele vraag en commercieel belang. Maar zorg voor de Schepping vraagt in onze tijd ook om terughoudendheid. Niet alles wat verkoopbaar is, is ook waardevol. Elk boek vertegenwoordigt vier kilo uitstoot van CO₂. Niet elk boek, ook niet elke doelgroep bijbel, kan daarom de toets van ecologische kritiek doorstaan. Als de aanvullende teksten uit de Groene Bijbel afzonderlijk waren afgedrukt (waarom niet in een glossy – dat is immers ook een commercieel aantrekkelijke formule), was de voetafdruk een heel stuk geringer uitgevallen.
Na het echec van het niet duurzame papier blijft - geluk bij een ongeluk? - alleen de e-book uitgave in winkels en on-line verkrijgbaar (voor de speciale prijs van € 4,99). NBG en Jongbloed denken nog na over het lot van de terug gehaalde gedrukte exemplaren. Recyclen dan maar? Het zou een toepasselijk einde zijn voor dat deel van een misschien iets te gretig begonnen project.
- Kees Tinga, december 2016
Kees Tinga is redacteur van de website Kerk en Milieu en van de Nieuwsbrief Groene Kerken
Voor bestelling van de e-book versie, zie de website van het NBG: www.bijbelgenootschap.nl