Spring naar inhoud

Verslag van VN-klimaattop COP 21

l-cop21Een Nederlandse delegatie was in Parijs naar aanleiding van de klimaattop van 30 november tot 12 december 2015. Hierbij een verslag over vele klimaatkwesties en belangengroepen. En over samenwerking van verschillende religies.

Vooraf

Hoewel ik heb geprobeerd zoveel mogelijk normaal Nederlands te gebruiken, is het ondoenlijk om technische termen, afkortingen etc. geheel te vermijden. Zie daarom het lijstje Afkortingen voor verklaringen.

De oecumenische delegatie

De internationale oecumenische delegatie was dit keer groter dan ooit, met ruim 100 mensen. De delegatie bestond uit verschillende segmenten: VIPs (kerkelijk leiders, leden van overheidsdelegaties), mensen van ACT-Alliance (de koepelorganisatie van WCC-gerelateerde ontwikkelingsorganisaties, zoals ICCO in Nederland), LWF (Lutherse Wereldfederatie) en WCC (Wereldraad van Kerken). Opvallend was de groeiende deelname van andere religies in de zgn. Multi Faith Group. De WCC participeert hierin, zie www.ourvoices.net.

Een ‘werk’team van ca. 40 mensen volgde daadwerkelijk de onderhandelingen en side events, en organiseerde stunts en andere activiteiten. Prettig was het grote aantal ‘jongeren’ (onder de 45) in het team, en de mate van professionaliteit van met name de ACT-mensen: een aantal van hen is professioneel lobbyist. Daardoor, en dankzij het feit dat enkele leden van overheidsdelegaties ook deel uitmaakten van het ‘werk’team, bleef het team steeds op de hoogte van de laatste stand van zaken. Er was dagelijks een ochtendbriefing waarin de taken verdeeld werden, en een avond-debriefing. Dankzij groeps-emails was de onderlinge communicatie gedurende beide weken zeer efficiënt. Hoewel ik alleen de tweede week aanwezig was (6-12 dec.) heb ik daardoor ook een goed beeld van de eerste week gekregen. In de tweede week heb ik aan het ‘werk’team deelgenomen, als enige Nederlander (lid van de klimaatwerkgroep van WCC), en voornamelijk verslagwerk gedaan.

Het meest opvallend was wel dat er eindelijk brede aandacht is voor het sinds jaren belangrijkste campagnepunt van de oecumene: climate justice. Deze invalshoek werd tot voor kort genegeerd of verbannen naar side events. Inmiddels hebben zich vele landen (met name LDC, SIDS en sommige LMDC) achter deze zienswijze geschaard. Datzelfde geldt voor een groot aantal milieuorganisaties, die zich eerder alleen richtten op de technische aspecten van het klimaatprobleem. Ook het UNFCCC-secretariaat is de oecumene en andere Faith Groups dankbaar dat het onderwerp op de agenda is gezet.

Tot slot is het ongetwijfeld mede aan de pauselijke encycliek Laudato Si’ te danken dat steeds breder erkend wordt dat het klimaatprobleem in wezen moreel en ethisch van aard is. De activiteiten van het oecumenisch team hebben dan ook veel media-aandacht gekregen: met o.m. artikelen door AP, in Newsweek, All Africa, Buenos Aires Herald, Der Spiegel, The Guardian, Times Daily en vele andere bladen en websites over de hele wereld, evenals radio en tv, tot in Australië aan toe.

De klimaattop COP21

Logistiek en veiligheid

De logistiek rond de top was prima in orde. Snelle busshuttles vanaf de dichtstbijzijnde metro- en treinstations, soepele afhandeling van de accreditatie en veiligheidscontroles binnen het congresterrein (Le Bourget, ten Noorden van Parijs). Aan de rand van het terrein stonden weliswaar enkele gewapende ME-ers, maar voor het overige was de beveiliging normaal, met de gebruikelijke VN-politie en -veiligheidsmensen. Gedachten aan eventuele terreurdreiging waren dan ook snel verdwenen.

 

Onderhandelingen

Van te voren was al duidelijk dat het ‘nu of nooit’ zou worden. Dat legde heel veel druk op de onderhandelingen. Het Franse voorzitterschap o.l.v. Laurent Fabius (minister van Buitenlandse Zaken) had daarom de staatshoofden gevraagd om aan het begin van de top hun gewicht in de schaal te leggen. Dat leverde twee dagen van vlammende speeches op, maar ook een voorproefje van de moeilijkheden die zouden komen. Zo gaf president Obama (VS) aan dat een juridisch bindend akkoord op de onderdelen mitigatie (terugdringing uitstoot broeikasgassen), en financiën, niet tot de mogelijkheden zou behoren: dat zou hij nooit door het Amerikaanse Congres kunnen loodsen.

Na de speeches begonnen de feitelijke onderhandelingen. De ‘harde’ onderhandelingen spelen zich bilateraal of in groepsverband af, en zijn gesloten voor waarnemers (observers, de status van de CSOs waartoe ook het oecumenisch team behoort). Maar er wordt altijd gelekt, hetzij door onderhandelaars die tevens deel uitmaken van andere teams, zoals het oecumenische, hetzij door onderhandelaars die met zo’n team sympathiseren. Het is dus een snelkookpan van steeds wisselende informatie en/of geruchten die altijd geverifieerd moeten worden. In de loop van week één werd al duidelijk dat het niet gemakkelijk zou worden om een betekenisvol akkoord te bereiken.

In het begin van de tweede week kwam het Voorzitterschap met een eerste conceptakkoord. Tijdens de ontvangst daarvan in plenaire zitting (open voor waarnemers) werd duidelijk dat sommige landengroepen lijnrecht tegenover elkaar stonden.
De belangrijkste verschilpunten:

  • De ‘oude’ rijke landen (VS, EU, Japan etc.) willen alleen snelle mitigatie als de arme(re) daaraan meedoen. Denk aan China en India. Ook verbinden de rijke landen die voorwaarde aan evt. financiële toezeggingen (o.m. voor adaptatie).
  • LMDCs wilden absoluut vasthouden aan het basisprincipe uit de Conventie (UNFCCC), namelijk common but differentiated responsibility (CBDR). Dat betekent heel in het kort dat de rijke landen voor mitigatie moeten zorgen terwijl de arme nog mogen doorgaan met het gebruik van fossiele brandstoffen i.v.m. hun economische ontwikkeling; plus dat de rijke landen de arme moeten helpen met adaptatie en tech transfer (overdracht schone technologie). Achterliggende gedachte is dat de rijke landen het klimaatprobleem hebben veroorzaakt, het leefmilieu van veel arme landen aantasten en hun bovendien de ruimte ontnemen om economisch te groeien (omdat schone technologie vaak te duur is).
  • SIDS eisten 1,50 °C in plaats van 20 ° C in de tekst. Opvallend was dat er tijdens de tweede week steeds meer steun kwam voor 1,50 °C – dus dat de opwarming van de aarde niet boven de 1,50 °C mag uitkomen, volgens de laatste wetenschappelijke inzichten de meest veilige grens.
  • Het opnemen van ‘Loss and Damage’ in de tekst: een aparte clausule over reeds geleden en te verwachten verliezen en schade als gevolg van klimaatverandering, die niet teruggedraaid of gerepareerd kan worden. De LDCs en SIDS eisten harde tekst over compensatie en aansprakelijkheid – de VS wilden daar pertinent niet aan.
  • Financiën: de arme landen eisten concrete en bindende toezeggingen voor financiële ondersteuning, mede omdat in Kopenhagen (2009) al was toegezegd dat er vanaf 2020 jaarlijks $ 100 miljard in het zgn. Green Climate Fund zal worden gestort. De inzet was nu om dit bedrag bindend te maken, plus een voorziening om dit bedrag jaarlijks te laten groeien. Dit bleef lang een hard gevecht.
  • Ambitie en opschaling: het opnemen van tekst over het regelmatig naar boven toe bijstellen van toezeggingen op het gebied van mitigatie en financiën, m.b.v. regelmatige reviews van de INDCs die ca. 185 landen vóór COP 21 hebben ingediend (nationale plannen en doelstellingen voor mitigatie en adaptatie). Het probleem van de INDCs is dat zij vrijwillig zijn, niet bindend. Over de mate van ambitie liepen de wensen nogal uiteen.
  • MRV (measuring, reporting, verification): om voortgang te kunnen bepalen en in stand te houden, is een mondiaal systeem nodig. Met name China was hier een dwarsligger: het land wil niet op de vingers gekeken worden.

 

Analyse

Bovenstaande is slechts een oppervlakkig overzicht. Maar het maakt duidelijk dat er fundamentele verschillen van inzicht waren en zijn.

De ‘oude’ rijke landen zijn pragmatisch en stellen dat iedereen mee moet doen aan mitigatie, met name de opkomende landen, om de opwarming van de aarde beheersbaar te houden. Tegelijkertijd wijzen zij hun historische verantwoordelijkheid van de hand. Ze zijn zeer terughoudend met bindende structurele financiële toezeggingen, willen die liever vrijwillig houden. Gestreefd wordt naar uitvoering van beleid, inclusief hulp/ontwikkeling, via het bedrijfsleven.

De arme landen hameren wel steeds op de historische verantwoordelijkheid van de ‘oude’ rijke landen, die immers het klimaatprobleem veroorzaakt hebben. Zij eisen daarom compensatiebetalingen, hulp bij adaptatie (aanpassing aan de gevolgen van klimaatverandering), ruimte voor economische groei d.m.v. fossiele brandstoffen én goedkope toegang tot schone energie en technologie. Anders is er voor hen geen mogelijkheid voor economische ontwikkeling. Kortom, zij zijn vooral uit op ondersteuning en geld.

De nieuwe opkomende landen (China, India, Brazilië e.a.) eten zoveel mogelijk van twee walletjes. Zij stellen zich op als ontwikkelingsland en eisen ruimte voor economische groei via fossiele energiebronnen. Tegelijkertijd zien ze ook in dat ze z.s.m. moeten beginnen met mitigatie, omdat zij grote vervuilers zijn (1. China, 2. VS, 3. India). Het grote smogprobleem in China tijdens COP 21 heeft hierbij een handje geholpen.

Dan zijn er landengroepen met speciale omstandigheden. Ten eerste de SIDS, waarvan de eilanden voor een deel al aan het verdwijnen zijn als gevolg van de stijgende zeespiegel. Ten tweede landen met grote regen- en andere wouden, die gezamenlijk optrekken voor de erkenning van het (klimaat)belang en de bescherming van deze wouden, via REDD+. Ten derde de olieproducerende landen zoals OPEC, die zoveel mogelijk alle afspraken op het gebied van mitigatie proberen te blokkeren. Mede dankzij de inzet van CSO is hun verzet ditmaal niet ver gekomen.

Tot en met woensdag leek het erop dat de onderhandelingen muurvast zaten. Er werd toen al ’s nachts doorgewerkt. Het Franse Voorzitterschap had een stuk of tien ministers uit diverse landen aangezocht als hulpvoorzitters: zij leidden een groot aantal bilaterale besprekingen en bereidden nieuwe tekstvoorstellen voor. Dat leidde tot een nieuw conceptakkoord in de loop van de tweede week. Deze aanpak, waarbij iedereen ruimte kreeg voor inbreng, zorgde voor veel goodwill bij alle landen, maar ook voor grote vertraging. Niet vrijdag om 18.00 uur, maar zaterdag tegen 20.00 uur (12 december dus) werd uiteindelijk het derde concept aangenomen.

Dat het überhaupt gelukt is tot een akkoord te komen mag een klein wonder heten, en is ongetwijfeld voor een groot deel te danken aan de meesterlijke diplomatie van het Franse Voorzitterschap. Ook heeft een soort stunt van de EU en de VS geholpen. Deze hadden namelijk in de nacht van woensdag op donderdag via de wereldpers een ‘coalitie van ambitieuzen’ gelanceerd, samen met een groot aantal landen uit Afrika, het Caribisch gebied en de Pacific (ACP), samen ca. 110 landen. Door de berichtgeving hierover in de internationale pers werd het onderhandelingsproces opgeschrikt, en met name China en India werden erdoor uitgedaagd hun bereidwilligheid om compromissen te sluiten, te vergroten.

 

Resultaat: de balans

Het akkoord dat er nu ligt is deels juridisch bindend, deels vrijblijvend c.q. vrijwillig. Het oecumenisch team oordeelt op hoofdlijnen als volgt:

  • Positief is dat er voor het eerst een wereldwijd gedragen akkoord is. Een groot internationaal succes!
  • Positief is het algemene doel: de opwarming van de aarde beperken tot 20 °C, waarbij gestreefd wordt naar 1,50 °C. De SIDS hebben water bij de wijn moeten doen, maar dit resultaat is wel het op één na beste.
  • Positief is de tekst over Loss and Damage. Weliswaar wordt alle compensatie en aansprakelijkheid definitief afgewezen (VS), maar het probleem wordt voor het in een klimaatverdrag erkend. Een grote overwinning voor LDCs en SIDS die kunnen rekenen op forse noodhulp en hulp bij de financiering van verzekeringen, toegezegd door de G7.
  • Minder positief: geen concrete mitigatiedoelen (met cijfers een jaartallen). Alle inspanningen zijn vrijwillig en lopen via de INDCs. Dat is vooralsnog niet voldoende. Positief is wel dat de plannen iedere vijf jaar worden geëvalueerd en zo nodig bijgesteld; er mag geen teruggang in ambitie zijn. Ook is positief dat de laatste wetenschappelijke inzichten zullen worden gebruikt.
  • Minder positief: geen concrete financiële toezeggingen, andere dan al in Kopenhagen overeen waren gekomen (nl. vanaf 2020 jaarlijks $ 100 miljard voor zowel hulp bij mitigatie als adaptatie). Nu al is duidelijk dat dat bij lange na niet voldoende is. Anderzijds wordt wel opgeroepen tot grootschalige herinvestering in low-carbon ontwikkeling, een vrijwillig doel dus.
  • Positief/negatief: in principe is een goede aanzet gegeven tot meer transparantie (MRV), maar de tekst gaat niet ver genoeg. Dit ‘gat’ moet worden gedicht vóór 2020.
  • Negatief: luchtvaart en scheepvaart (‘bunkers’) worden niet genoemd (wel in eerdere concepten, maar tekst is gesneuveld tijdens de onderhandelingen). Werk voor de komende jaren.

Samenvattend is de oecumenische delegatie tevreden met het Paris Agreement en acht het akkoord een belangrijke eerste stap om de opwarming van de aarde beheersbaar te houden. Positief is het duidelijke signaal aan bedrijfsleven en markten: het einde van het fossiele tijdperk is ingeluid. Wel werd meteen gesteld dat het werk van het team (en andere CSO) de komende jaren onverminderd door moet gaan, dit is pas het begin.

 

Naast het Paris Agreement waren er ook een paar andere, verheugende aankondigingen:

• Afrika lanceert African Renewable Energy Initiative, goed voor 300 GW in 2030, gesponsord door de G7 met $ 10 miljard;

• Twintig VS-staten verdubbelen hun R&D investeringen in groene energie, goed voor $ 5 miljard extra per jaar;

• Breakthrough Energy Coalition: 28 miljardairs stellen high-risk kapitaal beschikbaar voor R&D in elektriciteit efficiëntie en opslag, transport, industriële processen en landbouw;

• Global Solar Alliance: alliantie van 120 voornamelijk tropische landen o.l.v. India, plus enkele Europese (Frankrijk), willen $ 400 miljoen investeren in de ontwikkeling van zonne-energie.

Al het andere

Tijdens COP 21 waren als gewoonlijk enorme hallen gevuld met stands van honderden CSO, waaronder die van ACT-Alliance. Ook waren er weer vele informatieve side events, presentaties, stunts en campagnes. Tevens waren er verschillende oecumenische en multireligieuze bijeenkomsten en diensten.
Een greep:

Oecumene

28 november
Multi-religieuze bijeenkomst in de basiliek te Saint-Denis, waar de 1,8 miljoen handtekeningen die tijdens de verschillende klimaatpelgrimages (te voet en in Afrika per fiets) opgehaald waren, aangeboden werden aan de secretaris van de UNFCCC, Christiana Figueres. Veel media-aandacht, zie deze reportage op www.youtube.com.
Verschillende oecumenische leiders hebben over de pelgrimages geblogd.
29 november
Strategie-overleg door ‘werk’team
30 november
Stunt ACT: Gok niet met de toekomst van onze planeet
Side Event: Faith-based Engagement in the Climate Crisis, participatie door WCC
1 december
Fast for the Climate: maandelijkse vastenactie van o.a. WCC, maar nu multi-religieus en binnen COP 21 als ‘lunch-stunt’. Met diverse oecumenische leiders; veel media-aandacht
3 december
Oecumenische viering in de Nôtre Dame met veel oecumenische leiders. ‘Groene’ Patriarch Bartholomeus had zich helaas laten vervangen.
Zie www.ktotv.com
Side Event over Loss en Damage, ACT-Alliance, Brot für die Welt i.s.m. UNU en overheden Duitsland, Fiji en Gambia
Stunt ACT: fotomuur met ACT for Climate achtergrond
4 december
Stunt: Loss and Damage protest, met foto’s van rampen en toneel, ACT Alliance en Christian Aid
Oecumenische klimaatdag voor jeugd, jonge delegatieleden uitgenodigd (WCC)
5 december
Side Event: visie CSO op low-carbon ontwikkeling, Brot für die Welt, Wereldnatuurfonds, GermanWatch e.a.
6 december
Strategie-overleg door ‘werk’team
Multi-faith workshop over geloof en klimaat, American Cathedral
7 december
Stunt ACT: kies 1,5oC of 2oC via lopen over rode of groene loper
Side Event: mensen, rechten, rechtvaardigheid, CIDSE, Caritas, Misereor, Milieudefensie e.a.
Workshop over klimaat en geloof door Tearfund en de Christian Reformed Church in Noord-Amerika, American Cathedral
8 december
Stunt ACT: het belang van gender balans in de onderhandelingstekst (verband met mensenrechten, een speerpunt van WCC’s klimaatvisie)
Speech van WCC-SG dr .ds. Olav Fykse Tveit in plenaire zitting van COP 21
De Verenigde Protestantse Kerk van Frankrijk kondigt aan alle investeringen in fossiele brandstoffen terug te trekken
Stunt: Pan African Cycling Caravan komt op terrein en eist climate justice
Side Event: Gender Justice for Climate Justice, m.m.v. WCC leden
Viering van OurVoices, GreenFaith, WCC en andere geloofsgemeenschappen, American Cathedral
9 december
Stunt ACT e.a.: Bringing the Fasters’ Voices to Paris: 12 vasters arriveren op het terein. De Fast for the Climate campagne wordt verbonden met Loss and Damage
Stunt ACT: kies 1,50 °C of 3+ graden door te lopen over rode of groene loper
Side Event: impact van klimaatverandering op kinderen, OECD, Unicef m.m.v. WCC
Sit-in actie door CSO voor 1,50 °C, m.m.v. oecumenisch team
10 december
Vertegenwoordigers van geloofsgemeenschappen bieden de 1,8 miljoen handtekeningen aan aan de Franse president Hollande, in het presidentieel paleis. Veel media-aandacht, zie bijvoorbeeld www.youtube.com.
Stunt ACT: meer klimaatfinanciering nodig, m.b.v. nepgeld in een spaarpot
11 december
Stunt ACT: Gok niet met de toekomst van arme mensen, toon meer ambitie.

 

Dagelijks

Nieuwsbrief van ACT-Alliance met de belangrijkste stand van zaken in de onderhandelingen, en aankondigingen en terugblikken op acties.

Verder vele (video)blogs en korte interviews; twitter, filmpjes op YouTube etc.

 

Side events en persconferenties

4 december

Side Event: dialoog tussen Al Gore en CSO over de rol van CSO in het klimaatproces en het bereiken van een goed akkoord.

8 december

Presentatie Al Gore: weer-gerelateerde rampen van de afgelopen tien jaar, met foto’s en filmbeelden. Meest opvallend: in de VS alleen al zijn zeven extreme-weerssituaties geweest, die tot nu toe in de categorie ‘eens in de duizend jaar’ vielen. In India en Pakistan vielen vele doden door extreme hitte – 2015 is het warmste jaar ooit gemeten. Vele doden, vluchtelingen en schade wereldwijd door droogte, stormen en overstromingen, ook aan kustlijnen bijv. West-Afrika. Het opwarmingsproces en de reactie van weerssystemen gaat sneller dan verwacht, zelfs door klimaatwetenschappers. Positief: het jaar 2015 is waarschijnlijk het ‘turning point’: mondiale CO2-emissies zijn in 2014 hetzelfde gebleven en gaan vanaf nu naar verwachting dalen. In 2013 waren er voor het eerst evenveel investeringen in duurzame energie als in fossiele energie, sindsdien lopen de grafieken uit elkaar de andere kant op. De capaciteit van wind- en zonne-energie is in principe groot genoeg voor de mondiale energiebehoefte. Een leidend figuur in het bankwezen (VK) stelt dat de mondiale economie gevaar loopt, tenzij z.s.m. gestopt wordt met fossiele energie. De divesteringsbeweging groeit snel. China heeft aangekondigd een emissiehandelssysteem te lanceren op 25 september 2017 dat gaat gelden voor zes sectoren.

8 december

Persconferentie Heilige Stoel: oproep aan landen om solidariteit te betrachten volgens CBDR. De aarde moet als tuin doorgegeven worden, niet als wildernis. Daartoe is mondiale debarbonisatie nodig per 2050, dus snelle divesteringen uit fossiel. Ook hulp aan armen is nodig, met name z.s.m. toegang tot schone energie. De paus maakt zich zorgen over het Amazonegebied; er is een Pan-Amazon Ecclesial Network opgericht.

10 december

Side Event International Organisation for Migration met o.m. Jan Egeland: iedere seconde vlucht iemand vanwege een extreme weerssituatie. Het aantal klimaatgerelateerde vluchtelingen (displaced persons: zowel binnen een land als naar een ander land) is wereldwijd nu al twee keer zo groot als het aantal oorlogs- en geweldsvluchtelingen. 95 % van de vluchtelingen blijft in of gaat naar een ontwikkelingsland. Er moet veel meer geïnvesteerd worden in preventie en adaptatie. In 2045 zullen er 9 miljard mensen zijn die voor een groot deel in klimaatgevoelige gebieden in arme landen wonen. De meeste landen zijn niet voorbereid op het grote vluchtelingenprobleem. Migratie en culturele versmelting wordt megatrend in 21e eeuw: een nieuw positief narratief is nodig, met als voorbeeld VS.

10 december

Side Event Wuppertal Institut, universiteiten Stockholm, Linköping en VU, Ecofys en E5 (European Business Council for Sustainable Energy):

UNFCCC-proces vordert te langzaam vanwege het consensusprincipe en levert geen concrete maatregelen zoals uitfasering van fossiele subsidies, maar die zijn wel nodig. Een club van landen die het voortouw nemen in decarbonisatie kan helpen. Betrek maatschappij en bedrijfsleven er systematisch bij, niet alleen via NAZCA, maar ook in het UNFCCC-proces zelf. Uit onderzoek (Zweden) blijkt voor dat laatste veel steun te zijn; VU-onderzoek (Harnessing Climate Action Beyond Paris) onder NAZCA toont aan dat veel verwacht wordt van bedrijfsleven en niet-nationale organisaties en overheden als steden. Wel is daarvoor een transparant en MRV-proces nodig (Ecofys); tot nu toe wordt nog weinig en ook verschillend gerapporteerd, bijv. via het Carbon Disclosure Project. Verdisconteren van CO2-emissies in productie, transport en gebruik van producten zou moeten, maar staat nog in de kinderschoenen. E5 stelt dat landen terughoudend zijn voor wettelijk bindende maatregelen omdat zij bang zijn voor het instorten van hun economie. E5 helpt landen deze angst te overwinnen door te laten zien dat het groene bedrijfsleven kan leveren (ook 1,50 °C), mits er een wettelijk raamwerk is.

 

Afkortingen

CBDR – common but differentiated responsibility, een kernelement van de Conventie.

CSO – Civil Society Organisations (vroeger NGOs genoemd).

INDC – Intended Nationally Determined Contribution: vrijwillige nationale plannen voor mitigatie en adaptatie; ca. 185 landen hebben deze plannen vóór COP 21 bij de UNFCCC ingediend.

LDC – Least Developed Countries: de armste landen.

LMDC – Like-Minded Developing Countries: een groep landen onder aanvoering van Maleisië, waarin o.m. China, India, Pakistan, Indonesië, Egypte. Zij pleiten voor CBDR en willen ruimte houden voor fossiele groei.

NAZCA – Non-State Actor Zone for Climate Action, opgericht tijdens COP 20 in Lima, als deel van de LPAA, de Lima-Paris Action Agenda.

R&D – Research and Development, onderzoek en ontwikkeling

REDD+ – Reducing Emissions from Deforestation and Forest Degradation, waarbij inbegrepen conservatie en duurzaam management.

SIDS – Small Island Developing States (zoals Tuvalu, Barbados etc.).

UNFCCC – United Nations Framework Convention on Climate Change: de ‘paraplu’ waaronder de klimaatonderhandelingen plaatsvinden.

 

Verslag voor de Raad van Kerken in Nederland, Amsterdam, 24 december 2015.

~~~

Marijke van Duin

Klimaatwerkgroep Wereldraad van Kerken

Werkgroep Ecologische Duurzaamheid Raad van Kerken in Nederland