Marjolein Tiemens-Hulscher, 19 maart 2020
Nu de ernst van het coronavirus tot ons doordringt blijken veel mensen bereid om het eigen belang opzij te zetten om kwetsbare groepen mensen te beschermen. Zou het niet een zegen zijn als we ook zo zouden doen als het gaat om de zorg voor ons gemeenschappelijk huis?
Slimme keus
Het coronavirus heeft in drie maanden tijd de wereld veroverd. Een prestatie van formaat. Om te overleven, te vermenigvuldigen en zich te verspreiden is een virus afhankelijk van levende lichamen van andere organismen. Het coronavirus gebruikt daarvoor de mens. Vanuit het virusperspectief is dat een slimme ‘keus’. De mens woont in steden immers dicht op elkaar, wat de overdracht vergemakkelijkt en hij reist ook nog eens de hele wereld over. Kat in het bakkie.
Verbondenheid
Door dit virus worden we ons weer bewust hoe kwetsbaar de mens is, ondanks ons geloof in maakbaarheid. Ook de economie blijkt wankel. Mensen raken per direct hun baan of inkomsten kwijt. De beurzen kelderen met een reuze vaart, waarschijnlijk eerder dankzij dan ondanks de globalisering. Alles grijpt in elkaar, alles hangt met alles samen. Als vanzelf moet ik dan weer denken aan die ene regel uit de encycliek Laudato si’ ‘Als we ons innerlijk verbonden voelen met alles wat bestaat zullen zorg en soberheid spontaan ontstaan.’ Het lijkt erop dat we ons door de coronacrisis verbonden weten met elkaar.
Er is een groeiende saamhorigheid. Het is hartverwarmend om te lezen hoe hulp spontaan wordt aangeboden als mensen thuis in quarantaine zitten, er in de buitenlucht muziek wordt gemaakt, enzovoort. Het maakt een grote creativiteit los. We hebben blijkbaar wel wat over voor een ander, niet alleen in de vorm van directe hulp, maar ook in dingen opzeggen als reizen en elkaar bezoeken.
Terug naar business as usual?
Het is allemaal wel heel surrealistisch. We gaan een voor ons ongekende tijd tegemoet. Ik kan me er eerlijk gezegd nog geen voorstelling van maken. En al helemaal niet van hoe het, met name economische, leven eruit zal zien als het virus bedwongen is. Pikken we de draad weer op en gaan we terug naar business as usual? Of zien we een historische kans en grijpen we de crisis aan om structurele veranderingen door te voeren in de economie en inkomensvoorziening, zodat die gericht is op het algemeen welzijn, op de zorg voor ons gemeenschappelijk huis. Vanuit klimaatperspectief zijn alle vliegreizen die niet worden gemaakt een zegen. In China is de lucht nog nooit zo schoon geweest. Met een bescheidener (en circulaire) economie kan een grote milieu- en klimaatwinst gemaakt worden.
Bidden
Bij wat ons nu overkomt moet ik onwillekeurig denken aan de zeven plagen die Egypte troffen toen de farao het volk Israël niet wilde laten gaan. De sprinkhanenplaag die Afrika treft en nu het coronavirus. Is het een straf van God voor ons zondige leven (overconsumptie)? Zo zou ik het niet willen zien. Voor mij is deze crisis wel een aanleiding tot bezinning. Waar leven we voor? Gister was de Dag van Nationaal Gebed, waarop door veel mensen gebeden werd voor iedereen die ons gebed goed kan gebruiken. Of bidden helpt? Wie zal het zeggen? Het zal niet zo zijn dat het virus als sneeuw voor de zon zal verdwijnen. Maar het brengt bij mensen wel wat teweeg als er samen gebeden wordt voor één intentie. ‘Wie weet krijgen we onverwachte antwoorden. Misschien ontstaat er juist in deze crisis een bepaald inzicht dat we dingen verloren hebben in de samenleving. Verbinding met anderen, zorg voor het milieu, vertraging, grenzen aan de maakbaarheid’ (Christien Crouwel, secretaris Raad van Kerken in Trouw 18 maart 2020).
Geest van God
Ter bemoediging, besluit ik met een tekst uit een eerdere overweging dat iemand mij vorige week stuurde, omdat deze passage over ecologische bekering haar zeer aansprak.
We hebben een innerlijke kracht nodig die ons helpt om te komen tot een levenshouding die recht doet aan de heelheid van de schepping. Als christenen geloven we dat we dan mogen vertrouwen op de Geest van God. De Geest wil en kan mensen vernieuwen, doorbreekt passiviteit en moedeloosheid en geeft ons vreugde en vrede. De kunst is om de kracht van Gods Geest toe te laten in je binnenste. Daarvoor is het nodig dat we de stilte zoeken voor rust, bezinning en gebed. Die vind ik op Heidestein.