Gemeente van Christus,
De twee Bijbelteksten die wij net hoorden, omvatten alle aspecten van het thema van deze “Groene Viering”: het falen van ons Westerse, met name christelijke mensen dat heel de wereld in de steeds sneller voortdenderende klimaatramp terecht heeft gebracht, Bijbelse handvaten, idealen en denkpatronen waarmee wij haar moeten proberen te tackelen en ook fragmenten voor een fundament voor hoop. Alleen weet ikzelf in alle eerlijkheid niet of ik “hoop” nog met enige overtuiging kan delen, tenminste als je denkt dat dat begrip enige zeggenschap over de kans van een goede afloop voor ons mensen heeft.
Alvast mijn excuses voor de sombere insteek, maar hier sta ik en ik kan niet anders meer over dit onderwerp praten. Mijn vader, die milieueconoom en klimaatwetenschapper was, vroeg zich vóór mijn geboorte al af of het wel wijs was om kinderen op een wereld te zetten die door kortzichtig menselijk handelen toen al onverantwoord aan het opwarmen was. En ik word dit jaar vijftig en heb zelf kinderen die zich nu afvragen of het nog nut heeft om volwassen te worden.
Moedeloosheid troef
Ook in mijn pastorale praktijk worstelen steeds jongere kinderen met zulke gevoelens van moedeloosheid en vertwijfeling die eigenlijk vele maten te groot zijn voor hun kinderzielen. Een ander nieuw pastoraal fenomeen zijn gedeprimeerde klimaatwetenschappers die zich genoodzaakt voelen via demonstraties en straatblokkades op de alarmerende resultaten van hun onderzoek te wijzen, omdat geen beleidsmaker hun artikelen nog leest. Al sinds mijn jeugd demonstreer ik voor klimaat- en milieubescherming en zet ik me in voor behoud van de schepping. En toch leven wij anno 2022 in een wereld waar fossiele energiebedrijven niet alleen niet voor de door hen aangerichte schade moeten opdraaien, maar daar wel nog steeds vrijelijk reclame voor mogen maken en ervoor wereldwijd –elke minuut – bijna 10 miljoen euro aan subsidies ontvangen. We leven in een land wiens regering met veel bombarie de afspraken van Parijs heeft ondertekend, maar waar het niemand blijkt te interesseren dat zij daar nooit ook maar enig beleid op heeft geformuleerd – laat staan geïmplementeerd. Recent toonde het nieuwste rapport van het IPCC aan hoe onwaarschijnlijk het is dat wij als mensheid de klimaatcatastrofe heelhuids zullen overleven en wat nú gedaan moet worden om dat alsnog te bewerkstelligen - het kreeg welgeteld 37 seconden zendtijd ergens in de laatste minuten van het 8-uur – journaal. En zelfs dat was voor veel Nederlanders te veel, op social media las ik dat mensen er schoon genoeg van deze “klimaathysterie” hebben en dat ze in hun irritatie over die 37 seconden expres een extra verre vliegreis hebben geboekt.
Schepping schade toegebracht
Je kunt, denk ik, gerust stellen dat het eerste vers van ons stukje Bergrede groot gelijk heeft: Wij mensen kunnen inderdaad niet twee heren dienen en hier tenminste in het Westen aanbidden wij al veel te lang de God van onze eigen hebberige behoeften, de mammon als je zo wilt.
En daarvoor draagt het christendom een buitenproportioneel grote verantwoordelijkheid, omdat wij sinds het Oude Testament onder invloed van de Griekse filosofie naar het Grieks werd vertaald, de net gelezen scheppingsopdracht als een bevel aan de mens om over de schepping te gaan heersen hebben begrepen, terwijl er een Hebreeuws werkwoord staat wat het werk van een herder voor zijn kudde schapen beschrijft. Zo kwam het dat de Westerse mens zichzelf als “kroon van de schepping” is komen te zien en de natuur tot een te kolonialiseren ruimte of een leeg te plunderen voorraad- kamer van goederen en diensten degradeerde. Voor de consumptie van elk Nederlandse huishouden moeten daarom inmiddels in lageloonlanden twee dagloners voltijds werken en qua ecologische voetafdruk verbruiken alle Nederlanders voor hun consumptie het elfvoudige van de oppervlakte van dit land. Het refrein van het bekende nummer van Queen komt als levensmotto steeds meer binnen handbereik: “I want it all, I want it all, I want it all and I want it now!” En zo moeten wij concluderen dat wij mensen er een puinhoop van hebben gemaakt. Binnen enkele generaties hebben we de schepping een ongelooflijke hoeveelheid schade toegebracht, waarvan we niet weten of we het nog kunnen herstellen. En dat zeg ik niet om ons allemaal een aantal slapeloze nachten te bezorgen. Nee, het onopgesmukte inzicht van wat wij hebben gedaan, het proces van rouw om wat we onherroepelijk hebben uitgeroeid en de lelijkheid die we hebben aangericht is volgens mij een cruciale stap om door te kunnen gaan.
Want pas nadat wij hebben ingezien wie wij waren en zijn, wat wij hebben veroorzaakt, pas na die periode van rouw ontstaat er ruimte voor de vraag: wie willen we worden?
Die vraag kunnen we alleen beantwoorden nadat we onszelf eerlijk in de ogen hebben gekeken – en juist dáárvoor was deze sombere insteek dus ook nodig.
Wie zijn wij als mensen?
Essentieel voor iedereen die zich zorgen over natuur en klimaat maakt, maar inmiddels ook voor ons overleven als mensen is het dus om eerst in te zien dat ons exclusief-westerse, aloude idee om eigenaar, ja heerser van de schepping te zijn, in álle aspecten bij het grofvuil hoort en om dan de vraag te beantwoorden wie wij als mensen in relatie tot de schepping zijn. Deze relatietherapie, dit relatie-herstel tussen ons en de schepping gaat noodzakelijkerwijs aan natuur- en klimaat-herstel vooraf. Daarbij zijn de door ons opgehoopte puinhopen al veel te hoog dat goed rentmeesterschap, waar het Oude Testament, de Koran en ook heel wat christelijke partijen voor pleiten, voldoende zijn om alle aangerichte schade op tijd te herstellen. En ook Jezus gaat in ons stukje Bergrede ervan uit, dat wij mensen meer waard zijn dan de vogels en de lelies – terwijl voor een duurzaam gezonde relatie een evenwicht in waarde noodzakelijk is. Zulk mensen-centrisch denken ligt niet alleen aan de basis van de klimaat-ramp, maar leidt ook tot protesten van boze mensen die zich erover opwinden dat de Japanse Tuin op landgoed Clingendael weer gesloten wordt omdat deze nu het territorium van een broedend stel sperwers is. Ik vond dit wel een prachtig klein voorbeeld voor naar welk soort evenwichtig partnerschap wij weer terug moeten. Het deed een reisherinnering naar boven drijven: In Laos vond ik ooit, laat ’s avonds in een afgelegen dorp in de jungle, geen slaapplaats meer, bij de enige guesthouse zaten alle vijf bungalows vol. Maar ik zag er maar bij drie licht branden, dus vroeg ik expliciet naar de twee aan de rand van het bos. “Sorry, die zijn ook bezet, daar wonen slangen- personen”, zei de dame achter de balie, die afkomstig was van een inheems bergvolk.
Inter-bestaan
Zo leerde ik, dat veel volken in Azië, Afrika en Zuid-Amerika in hun talen achter elke soort van een levend beest of plant het woordje –persoon plakken: aap-persoon, vogel-persoon, lelie-persoon.
Zo wordt de natuur het thuis van ‘niet-mensen personen’. Op aarde zijn we dan met mensen en niet- mensen, maar we zijn wel allemaal personen met allemaal eigen rechten op leven en welzijn – dat staat ook helemaal niet zo ver af van het beeld van de vogels en de lelies die allemaal net als wijzelf door God gevoed en gekleed worden. Alleen ons gevoel en ons denken van superioriteit moet naar de vuilstort, want dan plaatsen wij mensen direct onze eigen rechten, ons eigen welzijn boven dat van alle anderen. Nee, wij zijn geen eigenaren van, geen heersers over de schepping, wij zijn een participant van en in de schepping. We staan als mens immers niet los van de natuur: we kúnnen domweg niet zonder de schepping bestaan, we zijn er onderdeel van en over dat geheel sprak de schepper op de zevende dag zijn “zeer goed” uit. We inter-bestaan met de natuurlijke wereld om ons heen, als je zo wilt. Inderdaad, het leven is meer dan voedsel en kleding: wij zijn omdat de aarde is!
Gloria dei natura vivens
Dit cruciale herzien van onze relatie tot de natuur, het inzien dat wij onderdeel zijn van iets groters en mooiers dan wijzelf, maakt een hernieuwde, niet alleen rationele maar emotionele verbinding mogelijk tussen mens en schepping, op basis van de naastenliefde. Uiteraard heeft dat begrip in de Bijbel uitsluitend betrekking op andere mensen, maar een verbreding van het begrip “naaste” ook op alle ‘niet-mens-personen’ moet niet ten laste van de liefde voor andere mensen gaan, en dan lijkt mij daar, ook wat de Bijbelse opdracht betreft, niets mis mee. Want stel je voor hoe de wereld eruit zou zien als wij mensen niet enkel andere mensen (en wellicht ook onze huisdieren), maar precies zo de zee, de duinen, het stadspark, het regenwoud en de koraalriffen liefhebben? Als ook de kikker in de sloot, het bloemetje in onze geveltuin, de mossel in de Waddenzee en de wolf op de Veluwe onze naaste is? En als wij dus volgens een voor deze tijd geüpdate adagium van de kerkvader Ireneüs van Lyon zouden leven: In de tweede eeuw stelde hij: Gloria dei homo vivens – de heerlijkheid van God manifesteert zich in de mens die volop leeft. Om natuur en klimaat te redden moet dit opgerekt en verbreed worden tot: Gloria dei natura vivens – de heerlijkheid van God manifesteert zich in heel de schepping die volop leeft. Dát betekent het voor mij om onder de omstandigheden van de voortdenderende klimaatramp het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid te zoeken en zo bezien heb ik ook het voortbestaan van ons mensen niet als noodzakelijke voorwaarde voor onze hoop nodig. Hoop is tenslotte ergens voor werken omdat het goed is, niet omdat het kans van slagen heeft, zoals Vaclav Havel het stelde.
Het bestrijden van de klimaatramp heeft ook niet enkel het garanderen van onze eigen toekomst, maar het voortbestaan van ontelbaar veel andere ‘niet-mens-personen’ als doel.
Ja, uiteindelijk gaat het daarbij zelfs om de heerlijkheid van God – in heel de schepping die volop leeft. Er is geen mooier doel waarvoor je je eigen superioriteit opzij kunt zetten om er met creativiteit, ootmoed en naastenliefde voor kunt strijden. En voor die strijd blijf ik alle hoop in de wereld houden. Amen.
Groene overweging door ds Axel Wicke, 1 mei 2022, Haagse Dominicus t.g.v. de dag van de Aarde.
Lezingen: Genesis 1, 26-31, Matheus 6, 24-34