Het lijkt als de dag van gister, maar het is alweer bijna tien jaar geleden dat onze zoon, hij was toen elf, naar de dvd planet earth keek. Vol verwondering ging hij op in de mooie beelden van de rijke en prachtige natuur op Aarde. In de film wordt verteld over de samenhangen in de natuur, hoe soorten met elkaar samenwerken en afhankelijk van elkaar zijn. Daarin wordt duidelijk dat de natuur niet alleen mooi is, maar ook zijn rauwe kanten heeft, die van eten en gegeten worden, van verwoestende krachten van stormen, overstromingen en bosbranden.
In de film komt ook de invloed van de handel en wandel van de mens op de natuur ter sprake en die blijkt vernietigend. We zien de struggle of life van de ijsbeer, die door het smeltende ijs zakt als die jaagt op een prooi. De film eindigt met de boodschap dat, als we doorgaan met het verbranden van fossiele brandstoffen, de ijsbeer over 25 jaar uitgestorven zal zijn.
Mamma redden we dat?
Toen de film afgelopen was bleef mijn zoon lang stil. Op zijn gezicht wisselden passie en pijn zich af. Uiteindelijk zei hij: “ Mamma, redden we dat?” Zijn vraag raakte me tot in het diepst van mijn ziel. Wat zeg je dan als moeder? Ik dacht niet alleen aan de toekomst van de ijsbeer, maar ook aan die van al die andere soorten die bedreigd worden met uitsterven. Ik dacht aan zíj́n toekomst, maar ook aan die van álle kinderen en van de vólgende generaties. Ik dacht aan al die mensen die nu al de gevolgen van de klimaatverandering aan den lijve ondervinden, terwijl zij er zelf nauwelijks aan hebben bijgedragen.
In mijn antwoord op zijn vraag kwam ik niet verder dan, “Ik hoop het” en heb hem toen uitgelegd waarom we geen auto hadden en op de fiets op vakantie gaan. Daar klaarde zijn gezicht van op. “Wij kunnen dus zelf iets doen om de ijsbeer te helpen!”, was zijn conclusie. Er is dus hoop.
Ja, er is hoop. Want hoop is dat je de mogelijkheden, die zich voordoen, omarmt.
We zijn nu bijna tien jaar verder, maar ondanks die hoop is het vertrouwen in de toekomst van onze zoon, en van zoveel andere jongeren, maar ook ouderen, niet groot. Laatst zei hij tegen mij: ‘Mam, ik weet niet of jij wel oma wordt.’
Dat gebrek aan vertrouwen wordt gevoed door overheden en bedrijven die nalatig zijn en problemen voor zich uitschuiven. Die kiezen voor eigen kortetermijnbelang. Die de toekomst en de veiligheid van burgers in de waagschaal stellen, en de rechter er aan te pas moet komen om de overheid zich aan zijn eigen afspraken te laten houden. Daarom zitten er elke keer weer meer mensen, jong en oud, hand in hand, op de A12 hier in Den Haag. Dat doen ze niet voor hun lol. Ze doen dat voor klimaatrechtvaardigheid, voor een systeemverandering, voor hun dromen, hun toekomst en die van hun kleinkinderen. Ze doen het voor een leefbare aarde.
Onze rol schuurt
Klimaatrechtvaardigheid gaat ook over onze eigen rol, bijdrage, schuld en verantwoordelijkheid. Het is een ongemakkelijke werkelijkheid die we in de ogen moeten kijken. ‘De waarheid is dat ik mij schaam en schuldig voel te leven in een heelal, van zoveel pralende rijkdom en bittere armoe,’ lazen we net in de Psalm met de woorden van Huub Oosterhuis. Ik denk dat veel van u, net als ik, dit schuldgevoel delen en daarmee worstelen. We zijn schuldig, aan klimaatverandering, de ecologische crisis, medeverantwoordelijk, alleen al omdat we in het rijke deel van de wereld leven, omdat we deel zijn van een economisch systeem dat is gebaseerd op oneindige groei, gericht op meer en meer productie, consumptie en eigengewin, en verslaafd aan fossiele brandstoffen. Een economisch systeem dat kwetsbare en arme mensen uitbuit, niet alleen in de ontwikkelingslanden maar ook hier. Daar deel van zijn, dat voelt ongemakkelijk, dat schuurt.
Aan wat gebeurd is kunnen we niks meer veranderen. Maar we kunnen ons wel richten op de toekomst. Een toekomst waarin de bodem, het water en de lucht weer schoon zijn en wemelen van kruipende, zwemmende en vliegende schepselen. Klimaatrechtvaardigheid betekent dat we de problemen niet doorschuiven naar de volgende generaties of de derde wereldlanden, maar dat we andere, rechtvaardige, keuzes moeten maken.
Kantelpunten van hoop
Veel mensen hebben hun levensstijl al rigoureus of in kleine stapjes aangepast. En al voelt dat soms als vechten tegen de bierkaai, omdat de grote veranderingen zo traag gaan, toch moeten we niet denken dat dit alles de wereld niet zal veranderen. Paus Franciscus bemoedigt ons in de encycliek Laudato si’ door te zeggen dat er van deze handelingen in de maatschappij een weldadigheid uitgaat die meer vruchten voortbrengt dan je op het eerste gezicht ziet. Want zij brengen binnen de schoot van de Aarde een beweging tot stand die steeds meer de neiging heeft zich, soms onzichtbaar, uit te breiden. De zaaier zaait en het zaad ontkiemt en schiet op, zonder dat hij weet hoe. Het gebeurt in het verborgene. Maar de tijd voor de oogst komt. Laten we oog hebben voor de rijke oogst die er al is.
Kijk naar de energiecoöperaties voor schone energie die door bewoners zijn opgezet, repaircafés, kringloopwinkels, buurttuinen, voedselbossen, voedselcoöperaties, de tuin waar u vanmiddag naar toe kunt gaan. Het zijn allemaal initiatieven die klein zijn begonnen en mensen met elkaar en met de natuur verbinden. Deelnemen aan deze nieuwe vormen van gemeenschap geeft het leven zin, vreugde en diepgang. Je draagt bij aan iets positiefs. Je zaait schoonheid, geen vernietiging en vervuiling. Al deze initiatieven kun je zien als kantelpunten van hoop. Zolang er zulke initiatieven zijn, zal het verlangen naar een nieuw, rechtvaardig gezicht van de Aarde blijven leven.
De Aarde zorgt voor ons!
In het Zonnelied zingt Franciscus van Assisi over Zuster Moeder Aarde die ons voedt en leidt, en verscheidene vruchten voortbrengt met kleurrijke bloemen en kruiden. Iets van dezelfde strekking lazen we in het evangelie. Het zaad kiemt en schiet op, zonder dat de zaaier weet hoe. Vanzelf draagt de aarde vrucht. De aarde zorgt dus voor ons! Wij niet voor haar! Wat betekent dat voor onze houding tot de natuur, tot de niet menselijke schepselen?
We zullen moeten begrijpen dat onze verhouding met de niet-menselijke natuur ingrijpend moet veranderen. Dat wij moeten leren onszelf te gedragen als verantwoordelijke leden van het huishouden dat wij met alle andere schepselen vormen. Een gezamenlijk huishouden in ons gemeenschappelijk huis. We hebben de neiging om ons belangrijker te vinden dan de planten en de dieren. Maar getuigt dát nu juist niet van arrogantie? Als de mens van de Aarde zou verdwijnen gaat het leven wel door. Maar als bacteriën of insecten verdwijnen dan stort het web van leven als een kaartenhuis in elkaar.
Gekomen om te dienen
We zullen moeten leren om onze arrogantie opzij te zetten en ons bewust te worden van onze plaats, onze rol, onze taak in de huishouding van de Aarde. We moeten weer meer humus worden, de houding van humility aanleren; bescheidenheid, nederigheid, dienen. Prijs en zegen mijn Heer en dank en dien hem in grote nederigheid.
Jezus zelf heeft ons die dienende houding voorgeleefd. Hij kwam op Aarde, niet om gediend te worden, maar om te dienen. Met Witte Donderdag stelde hij ons nog een voorbeeld door letterlijk op de knieën te gaan, om de voeten van de leerlingen te wassen. Die nederigheid, die dienstbaarheid waren de leerlingen niet gewend, dat zijn wij niet gewend. Maar we moeten het leren.
Liefdevolle aandacht
Natuurlijk hebben planten, dieren en mensen verschillende posities, taken en verantwoordelijkheden in het huishouden, maar zij hebben ook iets gemeenschappelijks: zij zijn allemaal een uitdrukking van Gods goedheid, liefde en wijsheid. Ze hebben allemaal een waarde in zichzelf. Daarom verdienen zij eerbied en zorg. Niet vanwege het nut dat ze hebben, maar om het simpele feit dat ze bestaan en hun en onze schepper dat bestaan blijkbaar gewild heeft en het goed is.
Dat vraagt om een houding van liefdevolle aandacht, compassie, voor alle schepselen, de zon en de maan, de wind en het water die onze broeders en zusters zijn, onze naasten, en leven met ons in ons gemeenschappelijk huis, Moeder Aarde. Jezus leerde ons deze houding toen hij ons uitnodigde te kijken naar de lelies op het veld en de vogels in de lucht.
De mens is ingebed in de moederschoot van de Aarde en deint mee met de getijden. We hoeven de natuur niet te controleren en te beheersen om in onze behoeften te voorzien. De Aarde zorgt voor ons. Wij mogen erop vertrouwen dat als wij de Aarde goed dienen en leefbaar houden, we volop zegen mogen verwachten.
Groene overweging door Marjolein Tiemens-Hulscher, 16 april 2023, Haagse Dominicus t.g.v. de dag van de Aarde.
Lezingen: Psalm 41 uit 150 Psalmen vrij van Huub Oosterhuis, Marcus 4, 26-29