Peter Siebe, 10 mei 2025

Het gaat niet écht heel goed. 2024 was het warmste jaar ooit, de stikstofcrisis ettert door en het kabinetsbeleid is niet wat je noemt ‘groen’. Nederland moet van het gas af, maar o wat gaat dat traag. Een aardgasvrije wijk in Utrecht komt er niet, bleek onlangs. De bewoners zijn opgelucht – maar wat betekent dit voor de aarde? Wijzelf waren overgestapt op wasstrips – want milieuvriendelijk, dachten we – maar nu blijkt er polyvinylalcohol in te zitten. Microplastics. Wat nu? Als het allemaal zo lastig is, hoe hou je dan je motivatie op peil en je hart groen?
Volgens mij werkt het zó: hoe dieper je motivatie, hoe beter je die vasthoudt. Milieuhoogleraar Jan Boersema schreef in 2017 in de Groene Bijbel: ‘Een andere omgang met het natuurlijk milieu, met energie- en grondstofverbruik moet wortelen in onze levensbeschouwing, anders is het op termijn gedoemd om weer te verdwijnen.’ Die worteling herken ik. Mijn gedrag vloeit voort uit mijn geloof en mijn waarden. Niet altijd, helaas, want net als ieder mens faal ik regelmatig. Dan moet ik eerlijk in de spiegel kijken, om vergeving vragen en het opnieuw proberen. Belangrijke waarden zijn voor mij rechtvaardigheid, zorgzaamheid en duurzaamheid. Daarom ga ik, als keuze A niet goed genoeg is, op onderzoek uit. Totdat ik een betere keuze B kan maken.

Psalmen als inspiratiebron
De Bijbel inspireert mij daarbij. Bijvoorbeeld de Psalmen, liederen die al 3000 jaar gezongen en gebeden worden. Liederen waar ik inzicht, zelfkennis en bemoediging uit haal. Om met dat laatste te beginnen: u kent misschien Psalm 90, traditioneel de Oudejaarspsalm. Daar staat in vers 12, in de NBG-vertaling uit 1951: ‘Leer ons zó onze dagen te tellen, dat we een wijs hart bekomen.’ Ik maak ervan: een groen hart. Want gedrag dat natuur, milieu, klimaat, landschap en zeeën kapot maakt kán niet voortkomen uit een wijs hart. Dit psalmvers bemoedigt me: hou vol!
De Psalmen reiken ook inzicht aan. Psalm 36 bijvoorbeeld noemt mens en dier in één adem, als gelijkwaardig aan elkaar: ‘U, HEER, bent de redder van mens en dier.’ In oudere vertalingen stond: dat God mens en dier ‘verlost’. Wat het precies betekent (gaan dieren naar de hemel?) weet ik niet, maar het strookt zeker niet met de bio-industrie. Psalm 104 bezingt de waterkringloop en de eigen, gelijkwaardige plek voor mens en dier. Naar ik meen was het Tolstoj die sprak van een universele lofzang van heel de schepping voor God. Prachtig. En, zegt het ooster-orthodoxe christendom, de mens gaat daarin voorop. Hij is de ‘priester’ van de schepping. Misschien wel een beter woord dan ‘rentmeester’.
Zelfkennis en zelfonderzoek

De Psalmen dragen ook bij aan zelfkennis. Ze houden je een spiegel voor: wat voel je, hoe gedraag je je, waar vertrouw je op? Psalm 51 bijvoorbeeld gaat over berouw en schuld en over verlangen naar vergeving en vernieuwing. De Psalmen stonden mede daardoor zelfs aan de wieg van de moderne psychologie. De bekende psycholoog Carl Gustav Jung verwijst in zijn boek over zielszorg naar de inzichten van vroege christenen, de Woestijnvaders, in de menselijke ziel. Die inzichten gingen terug op de Psalmen. Zie mijn blog over de Psalmen als bron van psychologie.
lees verder "Hoe hou je je hart groen?"